Boeren tussen Boomwallen: Inventarisatie van landschapselementen en vogels op deelnemende bedrijven

Inventarisatie van landschapselementen en vogels op deelnemende bedrijven

Kwaliteitsbeoordeling van landschapselementen

In het afgelopen winterseizoen werden binnen het project de landschapselementen op de deelnemende bedrijven geïnventariseerd door Landschapsbeheer Friesland: houtwallen, elzensingels, kleine bosjes, solitaire bomen en poelen. De inventarisatie werd uitgevoerd met de methode die in het verleden ook voor bijvoorbeeld de bedrijfslandschapsplannen gebruikt werd, waarbij op basis van bedekkingsgraad (van bomen en struiken) en onderhoudstoestand ieder afzonderlijk element beoordeeld wordt met een kwaliteitsklasse.

Daarnaast is de originele methode uitgebreid met een aantal parameters die meer inzicht geven in de soortenrijkdom en andere factoren die de kwaliteit van een houtwal of singel aanduiden. Zo is er gekeken naar de aanwezigheid van de struiklaag en een braam- en/of brandnetelvegetatie c.q. -mantel, wat belangrijk is voor bijvoorbeeld veel insecten en (broed)vogels. Ook is de leeftijd van de beplanting in het element genoteerd om inzicht te krijgen in de spreiding daarvan, wat eveneens belangrijk is. Zo zijn singels met een oude beplanting belangrijk voor vogels zoals spechten en roofvogels als boomvalk. Een mozaïek van verschillende leeftijden is optimaal.

Gesprekken aan de keukentafel

De inventarisatiegegevens worden met de beheerders aan de keukentafel doorgesproken. Het eerste bezoek is geweest, de anderen volgen in de komende periode. Tijdens het bezoek wordt er gekeken naar de verschillende inventarisatieparameters en gebrainstormd over hoe bijvoorbeeld het beheer nog verder bij kan dragen aan de kwaliteit van de elementen c.q. biodiversiteit.

Zo kan het bijplanten van diverse (besdragende) struiksoorten – bijvoorbeeld na een pas uitgevoerde eindkap – bijdragen aan het leefgebied voor insecten en daarmee vogels. Ook wordt er gekeken naar soorten die niet wenselijk zijn in de elementen, met name de Amerikaanse vogelkers.

Inheemse soorten versus exoten

In het verleden – en nu nog wel – werd vooral aandacht besteed aan ratelpopulier, als niet-wenselijke soort, omdat deze boomvormer een woekerend karakter heeft. Echter, het is een inheemse soort die ecologisch interessant is voor tal van insecten, maar – vanwege het relatief zachte hout – ook voor de grote bonte specht om er een nestholte in uit te kunnen hakken.

De Amerikaanse vogelkers daarentegen is een exoot en daarmee ecologisch veel minder interessant. Ook dit is een woekeraar en de soort verspreidt zich gemakkelijk door zaad, dat door vogels verspreid wordt. Twintig jaar geleden werd de struik – die uit kan groeien tot boom – in de Noardlike Fryske Wâlden nog vrijwel niet gezien, maar vooral de laatste jaren zien we ‘m veel vaker, vooral in de wat drogere houtwallen, maar ook al in elzensingels. Bestrijding is van groot belang!

Winterwaarnemingen van vogels

Tijdens de inventarisatie van de landschapselementen werden nu en dan ook vogels waargenomen en van sommige soorten werden deze waarnemingen genoteerd. Het gaat dan om de wat minder algemene soorten en/of karakteristieke ‘wintervogels’, dus soorten die niet in de landschapselementen broeden, maar er alleen in de winter een geschikte plek vinden.

Op de bedrijven werden waargenomen: koperwiek, kramsvogel, houtsnip, groene specht, boomklever, keep, goudhaan, sijs, barmsijs, goudvink en holenduif. Andere waarnemingen die genoteerd werden (van soorten die ook als broedvogel voor kunnen komen in de houtwallen en singels) zijn bijvoorbeeld staartmees, buizerd, sperwer, vink, merel, roodborst, putter, houtduif, fazant, boomkruiper en verschillende soorten mezen.

Naast de houtsnip – die veelvuldig gezien werd – werd een enkele keer een watersnip of bokje opgejaagd. De laatste is eveneens een snip en nog wat kleiner dan de watersnip. Tot slot werd ook een overvliegende raaf gezien, een grote gele kwikstaart op een van de erven en een roepende waterral in een dobbe met riet en andere moerasvegetatie.

Broedvogelinventarisatie in het voorjaar

In het voorjaar werden in een aantal transecten, gelegen in houtwallen en singels op de deelnemende bedrijven, de broedvogels geïnventariseerd, tijdens (vroege) ochtendbezoeken. In zes transecten van ieder 300 meter lang werden 153 waarnemingen gedaan van 27 vogelsoorten. Soorten met de meeste waarnemingen waren tjiftjaf, merel en winterkoning.

Maar ook diverse andere kleine zangers werden meerdere keren gezien of gehoord, bijvoorbeeld de boomkruiper, fitis, gekraagde roodstaart, koolmees, pimpelmees, staartmees, roodborst, tuinfluiter, zanglijster, vink en de zwartkop. Interessant was de waarneming van een roepende appelvink. Dit is zeker geen gebruikelijke broedvogel van het coulisselandschap. Het is ook maar de vraag of het hier om een broedgeval ging, maar het was in ieder geval een fraaie waarneming!

Meer weten over het project Boeren tussen Boomwallen? Neem contact op met: