Bewuste Burgers: Aerjen Sipkema

Bewuste Burgers: Aerjen Sipkema

jager“Natuurlijk voelt het moment dat je een dier het leven beneemt, altijd dubbel.” Aerjen Sipkema (35) is timmerman van beroep en in zijn vrije tijd struint hij graag als jager door de velden. “Ik zeg het vaak niet, dat hij jager is,” vertelt zijn vrouw Dineke (33), “Mensen hebben daar soms zo’n luguber beeld bij. Terwijl de jagers die ik ken juist veel van de natuur houden.”

Aerjen: “Ik heb het jagen van jongs af meegekregen. Mijn vader en opa deden het ook, dus voor mij is het heel gewoon. Mensen zijn van nature vleeseters en het doden van dieren hoort daarbij. Ik vind het hypocriet dat mensen wel van karbonade uit de bio-industrie smullen, maar gruwen van het zelf schieten en slachten van dieren.
Natuurlijk is het moment dat je een dier het leven beneemt, altijd dubbel. Je hebt een goede reden, je bent misschien ook blij dat je het beest te pakken hebt, maar aan de andere kant maak je wel iets dood. Doordat je het echter zelf doet, ben je je bewust van wat het betekent om vlees te eten. Ik houd er bijvoorbeeld niet van een konijn dood te slaan. En daarom gaan we zuinig met dat vlees om. Het is voor ons geen bulkproduct.”

Bio-industrie
Dineke: “Wij kopen niets uit de bio industrie. Aerjen jaagt dus, maar we hebben zelf ook vleeskippen en konijnen. Die konijnen komen van de buurman. Die fokt ze voor tentoonstellingen. De dieren waar hij niets mee kan, omdat ze bijvoorbeeld niet de juiste kleur hebben, krijgen wij. Ze lopen hier wat in het gras, eten ons groente-afval en als ze groot zijn, slacht Aerjen ze. Het is heerlijk mals vlees. De kippen krijgen ook kliekjes en dan is er nog de geit. Onze groene container hoeft bijna nooit bij de weg!”
Aerjen: “Mensen zouden eens wat meer om zich heen moeten kijken, als het gaat om eten. Je hoeft niet alles in de winkel te kopen en het heeft veel voordelen om te weten waar je voedsel vandaan komt. Wij hebben twee kleine kinderen. Die kunnen zelf niet bepalen wat ze eten. Ik vind dat wij als ouders de plicht hebben, ze iets verantwoords te bieden.”
Dineke: “Het is een proces. Eerst kocht ik, als ik dan eens vlees kocht, alleen biologisch vlees. Toen biologische melk. Nu ook steeds meer andere producten. Al is het soms nog wel eens uitzoeken hoe en wat. En het is duurder. Toch hebben we het ervoor over, want vooral voedsel is eigenlijk te goedkoop.”

Hazen
Aerjen: “We leven in een heel klein landje en hebben de pretentie de wereld te voeden. Dat is waanzin. Bovendien heeft het enorme consequenties voor onze velden. Die zijn uit balans. Ik kijk nu zo’n twintig jaar bewust mee en heb ondertussen de landbouwmachines twee keer zo groot zien worden. In één nacht maaien boeren gemakkelijk dertig hectare land. Je wilt niet weten hoeveel hazen daarbij verongelukken. Ze kunnen nergens dekking zoeken.
Verder valt op dat het percentage roofdieren veel groter is dan vroeger. Ik weet nog dat vader voor het eerst een vos schoot. We hadden nog nooit een vos gezien. Steenmarters, ook nooit van gehoord. Er waren veel meer weidevogels en minder roofvogels. Misschien heeft het er ook mee te maken dat de velletjes van marters, mollen en vossen niets meer waard zijn. Vroeger verdiende menig arbeider iets bij, met de jacht en preparatie van dat soort ongedierte.”
Dieneke: “Ik denk dat jagers juist goed zijn voor de natuur. Als Aerjen bijvoorbeeld een zieke haas vindt, stuurt hij die op om te onderzoeken wat ermee aan de hand is. Hij schiet op kraaien, vossen, ganzen en woerden. Woerden zijn mannetjeseenden. Er sneuvelen veel vrouwtjes tijdens de broedperiode, met al die rovers. Daardoor zijn er te veel mannetjes die allemaal willen paren. Daar hebben de vrouwtjes van te lijden. Ze verdrinken zelfs bij teveel mannelijke belangstelling. Jagers zien wat er gebeurt in het veld. Er zou meer naar ze geluisterd moeten worden.”

Oogsten
Aerjen: “Wij proberen het evenwicht in de natuur een beetje te herstellen. Maar ik zie jagen ook als een vorm van oogsten. Stel je hebt een mooie appelboom in de tuin. Je geniet het hele jaar van zijn takken, de bloemen, de schaduw. Je zorgt ook voor die boom door hem ieder jaar te snoeien. Dan is het toch heel natuurlijk om, zodra het fruit rijp is, een mandje appels te verzamelen, om op te eten? Ik bekijk de mij omringende velden als zo’n appelboom en het wild als fruit.
Ik was laatst bij een klant met een fundering bezig. Daar kwamen wormen bij vrij, die ik aan een klein meisje gaf, de dochter des huizes. Ik zei dat ze de wormen mooi aan de kippen kon voeren, die er ook rondscharrelden. Maar stak moeder een stokje voor. Die vond dat niet kunnen. Zo dwalen we steeds verder van de natuur af.”

De serie Bewuste Burgers wordt mogelijk gemaakt door: Burgerinitiatief Kening fan ‘e Greide, Friese Milieu Federatie en It Fryske Gea. Janna van der Meer interviewt iedere twee weken een bewuste burger (m/v), die zich inzet voor natuur en milieu.