Boer in transitie: Gerrit Vlug

21 augustus 2017

Boer in transitie: Gerrit Vlug

Melveehouderij VlugArum is de maatschap van Gerrit (56), Willy (53) en zoon Gerrit (26) Vlug. Vijftien jaar geleden verhuisden ze van Weesp, bij Amsterdam, naar Arum, een dorpje  op de klei in het noorden van Friesland. Ze melken momenteel 300 koeien op 200 hectare.  Per één oktober dit jaar worden ze gecertificeerd biologisch.

Iedere twee weken interviewt Janna van der Meer een boer over zijn veranderende leven als agrarisch ondernemer (m/v).

Gerrit senior: ‘Drie jaar geleden hadden we nog de intentie om zo intensief mogelijk te boeren. In Weesp waren we biologisch, maar het bedrijf hier in Arum was dat niet. Omschakelen leek een te hoge hobbel. De jaren 2002 t/m 2004 waren dramatisch voor de biologische landbouw. Daarnaast had Friesland Campina een wachtlijst om biologisch te kunnen worden en was de tweejarige omschakelperiode een grote investering.

De grond is hier geweldig vruchtbaar. Dat was voor mij een openbaring: wat je hier van de grond kan halen! Qua landmanagement zijn we toen zo intensief mogelijk gaan werken. Toch zat de biologische manier er natuurlijk wel in en wat het vee betreft,  zijn we daarmee door gegaan. Dat betekende: weiden, een lage melkproductie, weinig antibiotica en Jersey-koeien. Jersey is een sober ras. Ze zijn efficiënt en hebben een groot geboortegemak. Verder hebben ze sterke poten en bevat hun melk  relatief veel vet en eiwit.

Efficiëntie

Na de Mkz-crisis kwam hier veel land te koop en konden we uitbreiden naar 200 hectare. Het was echter lastig aan Jerseys te komen en daarom hebben we onze veestapel met de meer gangbare Holstein Friesians uitgebreid, uiteindelijk naar 450 stuks. Die Holstein Friesians hebben we wel weer met Jerseys gekruist, want Jersey is en blijft ons favoriete ras.

Ze hebben weinig verzorging nodig en dat scheelt in arbeidsuren. Daarnaast insemineren*we niet. We laten gewoon een stier bij de koeien lopen. Ook doen we niet aan droogzetten**: we melken door, totdat de koe zelf met de melkproductie stopt. In dezelfde lijn ligt onze keuze voor melkrobots. We hebben er nu vijf op drie locaties. Dat lijkt niet efficiënt, maar voor het weiden is het handig: de koeien lopen altijd in de buurt van de plek waar ze gemolken worden.

Gerrit junior: “Om minder werk van het jongvee te hebben, lieten we tot voor kort de kalfjes zes weken bij hun moeder. Zolang ze in het weiland waren, ging dat goed. Ze groeiden heel gezond op. Maar het nadeel was, dat ze ontzettend wild werden. Ik kon ze niet benaderen. In de stal ontstonden onhygiënische toestanden. Ook dronken de kalfjes relatief veel van de melk, die anders in de tank terecht zou komen. Echt diervriendelijk was het ook niet. Als je na zes weken de moeder-kind band verbrak, schreeuwde de koe dagenlang om haar kalf en andersom. Dat bezorgde alle betrokkenen veel stress. Daarom doen we de kalfjes nu weer, kort na hun geboorte, in een iglo*** en krijgen ze de biest weer van mij, in plaats van hun moeder. Ik merk dat ze veel tammer zijn.”

Biologisch

Gerrit senior: “Loonwerk en machines hebben we helemaal uitbesteed. Ik heb niks met trekkers en techniek, dus dat bevalt goed. Weiden past in dit systeem. Het geeft me veel voldoening, als de koeien zelf hun gras halen: dat scheelt me vijfendertig euro per baal!

Nu zijn we toch in omschakeling naar biologisch. De prijs is goed en zo stabiel dat we het  aandurven. Biologisch heeft de toekomst. Zelfs in de crisis van 2008-2013 groeide de bio-markt en dat gaat nog steeds door. Om aan de bio-norm te voldoen, moeten we wel veel koeien verkopen.“

Willy: “Ik voel me veel prettiger bij een biologische bedrijfsvoering. Ik koop ook altijd biologische producten en verbouw groentes in onze tuin. Dat is gezonder. En daarom vind ik het prettig om biologisch vlees te kunnen bieden bij onze huisverkoop.”

Velduil

Gerrit senior: “Goed graslandgebruik is moeilijker en arbeidsintensiever als je biologisch bent. Onkruidbestrijding vind ik lastig. Mijn ideale weiland is namelijk groen met klaver. Ik heb geen vogeltjesland, want dat brengt te weinig op. Biologisch krachtvoer is duur, dus ik moet zoveel mogelijk eiwit uit mijn gras halen. Vogels zijn welkom, maar we doen er niets speciaals voor.

Willy: “Vorig jaar nestelde hier een velduil.  Daar hebben we toen goed op gepast.”

Gerrit senior: “Ik vind de economische duurzaamheid van ons bedrijf het belangrijkst. De komende jaren willen we ons vooral  op de optimalisatie van onze nieuwe bedrijfsvoering richten. Misschien komt onze dochter, Andrea (20), ook nog in de maatschap. Wie weet! Ik heb geleerd dat de toekomst zich niet laat voorspellen.”

De serie Boerenportretten wordt mogelijk gemaakt door: Platform Natuurlijke Veehouderij / Natural Livestock, Boerengilde, Burgerinitiatief Kening fan ‘e Greide, Living Lab Natuurinclusieve Landbouw, Boerennatuur, Friese Milieu Federatie  en Vogelbescherming Nederland.

*Het kunstmatig inbrengen van sperma.

** Drachtige melkkoeien worden tot zo’n 2 maanden voor het afkalven gemolken. Daarna worden ze  ‘drooggezet’. Zo’n ‘droge koe’ kan dan even op krachten komen.

***Kalverhut.