Boeren tonen interesse in Boslandbouw

Boeren tonen interesse in Boslandbouw

Onderzoek gereed naar 25.000 ha boslandbouw

boslandbouwBoslandbouw of agroforestry biedt kansen voor Nederlandse veehouders en akkerbouwers. Onderzoeker Evert Prins van het Louis Bolkinstituut sprak hierover op 16 oktober tijdens een informatiebijeenkomst van de FMF in de World Food Week op het akkerbouwbedrijf van Gerrit Jukema in Oosterbierum.
Het kennisinstituut onderzocht onlangs in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wat nodig is om 25.000 hectare agroforestry in Nederland aan te leggen. Boslandbouw past bij een duurzame kringlooplandbouw. En bij het behalen van klimaatdoelstellingen. Vandaar dat het ministerie er belangstelling voor heeft. Het Louis Bolkinstituut schreef een verkenning voor de minister. Wat is er nodig om dat areaal op te zetten? Ook ligt er een uitvoeringsprogramma klaar. Maar dat is nog niet openbaar. Wel liet onderzoeker Prins de gemaakte sterkte-zwakte-analyse zien. Er zijn kansen voor boslandbouw maar ook voetangels en klemmen. Daarover verder meer.

  • Varkens
    In Nederland staat agroforestry nog in de kinderschoenen. Er zijn nu nog maar enkele honderden hectares ingericht volgens dit principe. Boslandbouw of agroforestry is een vorm van natuurinclusieve landbouw. Er wordt gewerkt volgens het duurzame kringloopprincipe. Bomen en struiken worden geïntegreerd met de teelt van gewassen en/of met het houden van koeien, varkens of schapen. Zo ontstaan zowel ecologische als economische voordelen. Vroeger werd gesproken van een gemengd bedrijf. Hoogstambomen stonden in het weiland en daar graasden koeien. Ook zie je nu wel varkens en runderen lopen op landgoederen, in houtproductiebossen en natuurgebieden. Brabant is al ver met boslandbouw. In landen als Portugal en Spanje is agroforestry een landgebruik dat al van oudsher wordt toegepast vanwege de schrale grond. Maar daar is het klimaat anders. Eén op één kopiëren naar Nederland kan niet.
  • Weidevogels
    Voor boslandbouw is veel belangstelling. Dat bleek ook op de informatiebijeenkomst bij akkerbouwer Gerrit Jukema. Die was georganiseerd door de Friese Milieufederatie (FMF). Daar komen steeds meer vragen binnen over voedselbossen en agroforestry. Ook zijn er al diverse bijeenkomsten en excursies georganiseerd rond dit thema. Gisteravond was de belangstelling groot. Er kwamen 35 mensen af op de informatieavond. Bijna de helft gaf zich op voor vervolgbijeenkomsten. Er waren akkerbouwers, veehouders en mensen die al een Voedselbos of pluktuin hebben of willen beginnen. In Friesland liggen vooral kansen in het coulissenlandschap, denkt onderzoeker Evert Prins. “Als je het open landschap wilt behouden voor weidevogels is boslandbouw niet zo handig. Maar als overgang van een open naar een gesloten landschap wel.” Bomen hebben veel voordelen. Prins noemde er enkele zoals het vasthouden van water, schaduw en beschutting, productie van fruit, vastleggen van koolstof, verhogen biodiversiteit, een op den duur hogere opbrengst van gewassen die onder een boom staan. Een boom heeft voor een boerenbedrijf wel 42 functies. Een pluspunt is verder dat boslandbouw klimaatverandering kan tegengaan. Ook kan het bijdragen aan landschapsherstel.
  • Artisjok
    Maar er zijn ook “zwaktes”: boslandbouw is nog vrij onbekend bij beleidsmakers. Het is iets nieuws, dat je moet uitleggen. Bosbouw/natuur en landbouw blijken gescheiden werelden. De initiatieven zijn versnipperd. Er zijn pioniers nodig. Gerrit Jukema en zijn achterneef Jelle Seerp zijn dat. Op hun akkerbouwbedrijven in Oosterbierum en Sexbierum verbouwden ze jarenlang pootaardappelen, uien en bieten. Na een cursus bodembiologie in 2015 ging de knop radicaal om, vertelde Gerrit Jukema. “We moeten anders omgaan met de grond.” Zijn achterneef: “In een eetlepel gezonde grond kan meer leven zitten dan dat er mensen op aarde leven.” Ze stopten met het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Gerrit haalde de uien en bieten uit zijn bouwplan. “We wilden de grond rust geven.” Behalve pootaardappelen telen ze nu ook tarwe, rogge en luzerne. Op 5,5 hectare staan klaver, veldboon, rabarber, groene asperges en artisjok. Ook plantten ze tussen de stroken pootaardappelen walnootbomen en hazelaars. “Vlinderbloemigen zoals klaver binden veel stikstof.”
  • Regelgeving
    De omschakeling ging niet zonder slag of stoot. Ze kregen geen vergunning van de gemeente voor bomenaanplant. Jukema: ”Toen ze hoorden dat we bomen wilden planten raakten ze helemaal overstuur.” Bomen passen immers niet in het open landschap, vond ook de provincie. Er kwamen zelfs dwangsommen. Maar uiteindelijk gingen de overheden overstag. “Als je wilt moet je ervoor gaan”, blikt Jelle Seerp terug. “Als ik iets in mijn hoofd heb zet ik door. Persoonlijke gesprekken met ambtenaren hielpen. Je moet mensen in de ogen kijken. Brieven schrijven werkt niet.”
  • Verdienmodel
    Enkele aanwezige boeren wilden weten wat de opbrengst is van boslandbouw. Wat zijn de kosten en baten? Wat is je verdienmodel? Jelle Seerp zei desgevraagd dat zijn omzet gehalveerd is, sinds hij anders is gaan boeren. Maar dat is niet erg. “We hebben ook minder kosten. Geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest meer. Dat scheelt natuurlijk.” Simon Bijlsma van de Friese Milieufederatie beklemtoonde dat prognoses van opbrengsten soms lastig te geven zijn. “Je kunt rekenen tot je een ons weegt, maar je kunt ook gewoon beginnen en uitbouwen”. Henk Pilat van Wrâldfrucht merkte op dat de afzet een probleem kan zijn. “Pionieren is leuk, maar de veiling en supermarkt zitten niet op je te wachten. Lokaal afzetten is arbeidsintensief.” Bijlsma riposteerde: “Je kunt Friezen bewust maken van de productie in hun omgeving. Zo kun je afzetkanalen creëren in de regio.”
  • Koudwatervrees
    Michel Pauluis van zelfpluktuin Us hof in Sibrandabuorren hoorde veel “koudwatervrees”. “Je moet pioniers ondersteunen. En je hebt partners nodig om samen een beweging op te zetten”. (Die werd overigens dinsdag 16 oktober opgericht). Boslandbouw of permacultuur zijn nieuwe vormen van landbouw, beklemtoonde hij. “Een landbouw waar onze kinderen gezond van blijven. En een die goed is voor de biodiversiteit.” Er is veel belangstelling voor zijn zelfpluktuin. “Ik kom om in de aanvragen van mensen uit het buitenland die bij ons stage willen komen lopen. We hebben 150 leden en leveren aan vier restaurants.” Dingen moeten in beweging worden gezet. “Heb je een halve of hele hectare die je kunt missen: verhuur die aan een beginnende boer. Die staan te springen om land, want dat is nu niet te betalen.”