‘Doorbreek het traditionele denken’

15 september 2016

‘Doorbreek het traditionele denken’

Grutto - Hans Pietersma
De sterke afname van de biodiversiteit vraagt om actie van betrokken burgers. Die moeten zelf het voortouw nemen en pressie uitoefenen op de politiek.

Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Het is een oud motto dat nieuw leven moet worden ingeblazen. Wat de afname van de biodiversiteit in Friesland betreft, is het nu de tijd dat mensen zich roeren, vinden directeur Henk de Vries van It Fryske Gea en programmaleider Arnoud de

Vries van de Friese Milieu Federatie. De provincie werkt momenteel aan de Natuurvisie waarin het beleid voor de komende jaren wordt vastgelegd. Arnoud de Vries: “Nu worden de keuzes gemaakt, dus dit is het moment dat de burgers zich moeten laten horen’’.

De man van de milieufederatie weet dat de achteruitgang van de biodiversiteit al lange tijd speelt. “Maar ik heb de indruk dat het de laatste jaren in veel hoger tempo afneemt. Progressiever. De natuur gaat nu echt heel hard achteruit. Het is echt goed te merken hoe stil het eigenlijk in het buitengebied is.’’ De oorzaak is duidelijk. Kijk naar het grasland dat steeds intensiever wordt gebruikt. Voor veel diersoorten is geen voedsel meer te vinden. De situatie baart zorgen. Over landschap en biodiversiteit, ons gemeenschappelijke bezit. Henk de Vries: “Us, de mienskip, wurdt wat ôfpakt foar, siz mar, ‘de ekonomy’.’’ De directeur van It Fryske Gea noemt een voorbeeld dat de huidige tegenstellingen duidelijk maakt: een recente bijenactie van Greenpeace en supermarkten, waarbij de winkels kiezen voor insectenvriendelijker producten. Landbouworganisatie LTO ging in een reactie direct in het offensief met de boodschap dat Nederland koploper is met producten zonder schadelijke stoffen voor insecten. De Vries: “Dan tink ik: dan is de aksje goed nijs foar de ferkeap fan dizze Nederlânske lanbouprodukten. Mar nee, de LTO is lilk’’. Omdat er sprake zal zijn van concurrentienadeel. “En gjin wurd oer it belangryk finen fan it miljeufreonlik produsearjen. It giet allinnich oer de prioriteit foar de koarte termyn: jild fertsjinje.’’

Hoewel dat de meeste aandacht krijgt, gaat het bij biodiversiteit niet alleen om grasland, stelt de directeur van It Fryske Gea. “Sjoch nei de heide, wat ammoniak dêr docht.’’ In een schoon milieu is het toereikend om met schapen de vergrassing tegen te gaan. Nu moet er om de zoveel jaar worden geplagd om de voedselrijkdom van de bodem in te perken. Arnoud de Vries: “Soms kun je op de heide de ammoniak gewoon ruiken.’’ Schrale graslanden kennen hetzelfde probleem. Henk de Vries: “It boaiemlibben ferdwynt, de ynsekten en dêrmei ek de fûgels.’’ Het milieuprobleem is veelomvattend, constateert de Geadirecteur. Bemesting, ontwatering en het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn funest voor de biodiversiteit. Hij ziet een groot verschil tussen de situatie binnen het Natuurnetwerk – de vroegere Ecologische Hoofdstructuur – en het landschap eromheen. Waarbij de landbouw ook nog water onttrekt aan de kwetsbare laagveengebieden. In het veenweidegebied verdwijnt daardoor het veen. Boeren lijken er niet erg om te treuren, maar voor de natuur is het dramatisch, vindt Henk de Vries. “Ast wat wolst, moat it wetter dêr omheech.’’ Met lagere opbrengsten voor de boer als gevolg. “Dan moatst it sykje yn alternativen.’’ De ontwikkelingen zijn hoopvol: in het Bûtenfjild bij Feanwâlden wordt al volop geëxperimenteerd met veenmosteelt en verwerking van de lisdodde tot gebruiksproducten.

Veenmosteelt kan lucratief zijn, vult Arnoud de Vries aan: “En het houdt het water hoog, zodat het veen behouden blijft en de natuur er op vooruitgaat.’’

Weide Weelde
Een ander constructief voorbeeld van hoe het ook kan is de lancering van het zuivelmerk Weide Weelde, geproduceerd van koeien van melkveehouders die, onder andere in Idzega, als collectief aan weidvogelbeheer doen. Henk de Vries: “Ek al is it lytsskalich, it is in begjin. Dizze boeren litte sjen dat jo op in oare wize ynkommen út it buorkjen helje kinne.’’ Het is nog pionieren, erkennen de natuurbeschermers. Maar er moet wat gebeuren, want met de ontwikkelingen in de gangbare landbouw gaat de biodiversiteit alleen maar verder achteruit. Om die sector een omslag te laten maken, moet in feite de hele wereldeconomie overhoop worden gehaald. Het is een illusie te denken dat intensief werkende boeren in ons land zomaar het roer kunnen omgooien. Ze zitten vast aan de bank en de zuivelfabriek. Het duo De Vries snapt dat die positie lastig is, vooral ook omdat de sector sterk afhankelijk is van de export. Beide mannen realiseren zich dat kritiek op het huidige landbouwbeleid slecht valt. “Dat komt faak net goed oer’’, weet Henk de Vries, “mar wy wolle meitinke.’’

Het traditionele denken doorbreken, daar draait het om in de discussie over biodiversiteit. Daar moet de burger bij worden betrokken. Die moet de politiek duidelijk maken dat het Friese landschap van ons allemaal is en dat biodiversiteit van levensbelang is in onze maatschappij.

Als die burger zelf het goede voorbeeld geeft door tegels in de tuin te vervangen door planten en als gemeenten minder vaak maaien en in plaats daarvan bloemen in de bermen laten bloeien, dan is al een stap gezet. Als de Friese mienskip tegen de overheid zegt: ‘tot hier en niet verder’, dan moet dat voor de politiek het signaal zijn dat er wat moet gebeuren, vinden beide natuurbeschermers. “Mar it is net genôch’’, stelt Henk de Vries. Er moet weer een relatie tussen stad, platteland en natuurgebieden ontstaan. “Allinnich natoer yn natoergebieten is net foldwaande.’’ It Fryske Gea ziet voor zichzelf een rol weggelegd. Door actief te experimenteren met oplossingen. Door boeren te helpen met de invulling van agrarisch natuurbeheer, door met boeren in de omgeving van de natuurgebieden te praten over meer natuurinclusief ondernemen en door de pachtcontracten aan te scherpen zodat er meer rekening wordt gehouden met het behoud van biodiversiteit. Directeur De Vries: “Wy litte net mear ferliezen ta en kieze der foar om aktyf de skea te herstellen.’’

Burger
Maar de bal ligt dus vooral ook bij de burger. Die moet actief bij het zoeken naar oplossingen worden betrokken, stelt Arnoud de Vries: “Het lukt alleen als iedereen zijn steentje bijdraagt. Het mooie is dat we alles in huis hebben om het tij te keren: een prachtige ligging, met Friesland als onderdeel van een delta die van oorsprong heel rijk is aan diversiteit aan landschappen, een goed georganiseerde natuurbeweging met heel veel leden en veel kennis. En we leven ook nog eens in een heel rijk land.’’

“Het is nu de goede tijd om met de Friese mienskip actief aan de slag te gaan met de omslag’, stelt Arnoud de Vries. Want de provincie zit met haar Natuurvisie op het punt dat duidelijk moet worden wat er goed en wat er fout gaat. Aan de hand daarvan zullen de provinciale politici kijken waar ze moeten bijsturen. “En daar moeten de inwoners zoveel mogelijk bij betrokken zijn.’’

 

Bron: HALBE HETTEMA/LEEUWARDER COURANT 14-09-2016