Friese Omgevingsvisie ontbeert landschapsvisie

Friese Omgevingsvisie ontbeert landschapsvisie

Op 6 mei organiseerde de fmf voor haar achterban een bijeenkomst over de Ontwerp Omgevingsvisie van Provincie Fryslân. De vraag is hoe natuur en landschap worden geborgd in deze nieuwe visie. Is dit het geval of ontbreken er nog belangrijke items?

De Ontwerp Omgevingsvisie ‘De Romte Diele’ zal 25 september in de Provinciale Staten worden vastgesteld. Het is wachten op de nieuwe provinciale coalitie, voordat de inhoudelijke discussie en besluitvorming zal plaatsvinden.

Tijdens de bijeenkomst trekken we 2 belangrijke conclusies: een visie op het Friese landschap ontbreekt en het proces is te vaag en doelen worden niet onderbouwd. Dit werpt de vraag op: is deze omgevingsvisie wel realistisch en haalbaar? Zeker met het oog op de ambitie om het Natuurnetwerk Nederland te realiseren in 2027. Natuur en landschap zijn synoniem en eisen een integrale benadering.

Op basis van de conclusies van deze bijeenkomst doen we de volgende standpunten en aanbevelingen aan de provincie:

I Landschapsvisie

  1. Ontwikkel een landschapsvisie voor de provincie Fryslân, als basis voor de omgevingsvisie.
  2. Maak gebruik van de kaarten en informatie van de provincie om deze visie te visualiseren.
  3. Gebruik de landschapsvisie “Samen Sterk” van It Fryske Gea.
  4. Definieer omgevingskwaliteiten aan de hand van de typen landschap in Fryslân.
  5. Werk gebiedsgericht op basis van landschapstype, zoals klei-, veen- en zandgebieden.

II Proces Omgevingsvisie

  1. Vertel het verhaal van de leefomgeving vanuit de identiteit van het Friese landschap.
  2. Start vanuit de omgevingswaarden en benoem op basis hiervan ontwikkelrichtingen.
  3. Formuleer concrete doelen en regel de monitoring en toetsing inclusief handhaving.
  4. Neem regie vanuit de provincie, want dat is nodig in complexe opgaven als deze.
  5. Koppel bestaande en nieuwe financieringsinstrumenten aan concrete doelen.

II Biodiversiteit

  1. De Provinciale Nota ‘Grutsk op e romte’ verdient nadere uitwerking in de Provinciale Verordening.
  2. Verduurzaming van de landbouw is een speerpunt.
  3. Focus op biodiversiteit (aantal soorten) in samenhang met biomassaliteit (aantallen individuen binnen een soort).
  4. Bodemkwaliteit ligt aan de basis van een robuuste biodiversiteit.
  5. Natuurbeheer volgt de biodiversiteit in een gebied en niet andersom.
  6. Biodiversiteit is onlosmakelijk verbonden met de vitaliteit en leefbaarheid van de eigen omgeving.

III. Energietransitie

  1. Plaats geen zonnepanelen in het agrarisch gebied vanwege het belang van landbouw en weidevogels.
  2. Formuleer CO2 doelen voor de Friese sectoren inclusief resultaatsverplichtingen.
  3. In de fasering van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen: inpassen, aanpassen en transformeren vinden we de laatste stap onwenselijk.
  4. Energietransitie is onlosmakelijk verbonden met het streven naar een circulaire economie.

Neem voor meer informatie contact op met: