Groningse toestanden in Friesland

1 februari 2019

Groningse toestanden in Friesland

Binnenlands Bestuur/ Réne Didde: In de dorpen rond de grens van Friesland en Overijssel is de bodemdaling direct zichtbaar bij de huizen. De onderheide woningen staan fier overeind en zijn bereikbaar met een trapje omdat de straat is verzakt. Andere woningen hellen gevaarlijk voorover en beschikken vermoedelijk over een trapje achter de voordeur naar de gang.

Veenweidevisie
‘Als de bodemdaling zo doorgaat, is het veen over twee eeuwen verdwenen’, zegt Sytse Kroes. Namens provincie én Wetterskip Fryslân is hij gedelegeerd als programmamanager veenweidegebied om het tij te keren. Leidraad is de door Provinciale Staten begin 2015 vastgestelde ‘veenweidevisie’. Uitgangspunt daarvan is de kool en geit te sparen, namelijk de bodemdaling tegengaan op zo’n manier dat boeren mogelijk blijft. Boeren hebben baat bij een laag grondwaterpeil. Maar door inklinking van het veen komt veel CO2 vrij en ontstaan er door verzakking van huizen inmiddels Groningse toestanden. De burger mag zich 20 maart over de kwestie uitspreken.

Onbarmhartig
Het Friese veenweidegebied loopt grofweg van Lemmer in het zuidwesten diagonaal naar het noordoosten boven Leeuwarden. De lage grondwaterstand laat overal zijn sporen na. De  melkveehouderijen, met multinational FrieslandCampina als wereldspeler, hebben er direct baat bij. Want hoe lager het grondwater, hoe vaker de boeren met zware machines kunnen maaien, hoe meer gras, hoe meer koeien en hoe meer melk.

Natuur getroffen
Keerzijde is dat het koolstofrijke veen in contact komt met lucht, waardoor het veen oxideert en de bodem inklinkt. In de CO2-tonnenjacht om tot 49 procent emissiereductie in 2030 te komen, komt ook het dalende veenweidegebied in beeld. Alleen al in Friesland gaat het volgens het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) om 1,7 megaton per jaar. Dat komt overeen met de uitstoot van 250.000 ­huishoudens, ofwel half Amsterdam.

Balans
De boeren in Friesland krijgen heel wat op hun bordje, zegt programmamanager Sytse Kroes. ‘Er is niet één oplossing, het verschilt bij wijze van spreken van perceel tot perceel. Kernpunt is de balans in het grondwater: nat genoeg om de oxidatie van het veen tegen te gaan en droog genoeg om het land te bewerken.’

Enorme overgang
Dat dit een enorme overgang is die onrust geeft bij de boeren, snapt ook Hans van der Werf. De directeur van de Friese Milieufederatie begrijpt dat veel boeren investeringen hebben gedaan die waren geënt op diepe ontwatering. ‘De leningen zijn nog niet afbetaald en dan zeggen wij doodleuk dat de grondwaterstand omhoog moet. Dat onrustgevoel moet je een plekje geven.’ Van der Werf is daarom aangeschoven aan de door de provincie in het leven geroepen overlegtafels voor het veenweidegebied. ‘Als je echter doorpraat met de boeren, zien ze zelf ook wel dat ze niet op de huidige manier kunnen doorgaan.’

Draagvlak creëren
Gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) heeft de veenweidegebieden (de feangreide) als apart issue in haar portefeuille. ‘Met elkaar in gesprek blijven, draagvlak bij boeren creëren en maatwerk leveren’ is haar vocabulaire. Poepjes: ‘Aan de overlegtafels zijn we het lang niet met elkaar eens.
Mijn uitgangspunt is dat de boeren moeten kunnen blijven boeren, ook met een hogere grondwaterstand. Als een alternatieve, natte teelt tot minder opbrengst leidt, dan moeten we treffende compensatie bieden. De proefprojecten moeten hier meer duidelijkheid over brengen.’

Combinatie
Ook CDA-landbouwwoordvoerder Maaike Prins gelooft in een combinatie van maatregelen. ‘Daarmee kunnen we de bodemdaling voor een deel tegengaan en kan ook de natuur profiteren. Cruciaal is het draagvlak met de boeren. Dat moet leiden tot een begaanbaar pad van verminderde inklinking.’ Ze wijst er ook op dat een verhoging van de grondwaterstand tot 20 centimeter onder het maaiveld consequenties zal hebben voor het open Friese landschap. ‘Natte gronden leiden al snel tot bosvorming en moerassen. Ik denk niet dat we dat moeten willen in Friesland. Bovendien stoot zo’n moeras ook het klimaatschadelijke methaan en lachgas uit.’

Kruidenrijk grasland
Maar Hetty Janssen van oppositiepartij PvdA vindt dat het veenweidebeleid meer moet inhouden dan alleen tegengaan van bodemdaling en palenrot. ‘Overal moet het veen worden vernat en moet de omslag naar duurzame landbouw worden gemaakt en de biodiversiteit hersteld. De strakke lakens van Engels raaigras moeten plaatsmaken maken voor kruidenrijk grasland en kunstmest moet verboden worden.’ Van Janssen moet de overheid zelf meer duurzame lijnen uitzetten. ‘Niet alleen de boer is belanghebbende, maar iedereen heeft belang bij een gezonde natuur, dus het is een overheidstaak’, zegt Janssen. ‘Trouwens heel veel boeren zeggen dat met een grondwaterstand van dertig centimeter in plaats van de huidige negentig centimeter onder het maaiveld, uitstekend valt te boeren.’