Koploper op het gebied van landbouw en duurzaamheid

25 juni 2018

Koploper op het gebied van landbouw en duurzaamheid

Janna van der Meer interviewt iedere twee weken een koploper op het gebied van landbouw en duurzaamheid.

“Het steekt me dat de gemeente haar groen, zoals bermgras, door een commercieel bedrijf ergens ver weg, laat composteren.”

 Eddy (50), Agnieta (50) Reuvekamp en hun drie kinderen wonen in een klassieke stolpboerderij nabij Sonnega. Een dorpje in het coulissenlandschap achter Wolvega. Ze hebben een gangbare melkveehouderij. Agnieta legt zich vooral toe op boerderij educatie, kinderfeestjes en workshops, terwijl Eddy de boer is van het stel. Ze melken 125 koeien op 68 hectare.

Agnieta: “We houden van nieuwe dingen. Toen ik geen werk meer had, zag ik kansen binnen de educatie. Ik nodig graag mensen uit om ons bedrijf te laten zien. Een paar keer per week komen hier bezoekers van o.a. kinderfeestjes en schoolklassen via Stichting De Boer op Noord.

‘Met hoofd, hart en handen!’ Dat is het motto van deze stichting, die kinderen wil laten kennismaken met een melkvee- of akkerbouwbedrijf in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe.

Een bezoek aan een boerderij is voor veel kinderen een onvergetelijke ervaring en ze steken er veel van op. Sommige weten bijvoorbeeld niet eens dat een koe eerst een kalfje moet krijgen voordat ze melk geeft.”

Positief

Eddy: “Het is hier netjes, maar als er bezoekers komen, doe je toch even wat extra: vers strooisel in de boxen van de koeien, vegen, controleren of alles kindveilig is.

Boeren zijn vaak negatief in het nieuws, daarom is het belangrijk dat er positief tegenwicht geboden wordt.”

Agnieta: “Ik organiseer ook kinderfeestjes en creatieve home-decoratie workshops. Die verbreding van de bedrijfsvoering brengt extra inkomsten met zich mee en we vinden het belangrijk om maatschappelijke redenen, maar rijk worden we er niet van. Het is financieel gezien veel aantrekkelijker een liter per koe meer te melken dan extra kinderfeestjes te geven.

We hebben ook wel eens aan een camping of een bed and breakfast gedacht, maar dan heb je altijd mensen op je erf. Nu kun je dat plannen.

Mogelijkheden

Eddy: “We onderzoeken de mogelijkheden. Wat je doet, moet bij je passen. En natuurlijk slaagt niet alles wat je aanpakt. Ik heb bijvoorbeeld vier jaar lang geprobeerd een composteringsproject van de grond te krijgen. Het steekt me dat de gemeente haar groen, zoals bermgras, door een commercieel bedrijf ergens ver weg, laat composteren. Dat zou hier ook kunnen, dacht ik. Lokale verwerking past bij de circulaire economie waar we allemaal zo graag naar toe willen. En er hoeven minder vrachtwagens rond te rijden. Daarnaast kunnen wij de organische stof in de compost gebruiken om onze bodem verrijken. Maar helaas…

Het grootste struikelblok is de mestboekhouding. De stikstof en fosfaat die je op je bedrijf aanvoert, moet je ook weer afvoeren en dat gaat in dit geval dus niet. Iedereen vindt het een goed idee, maar de provincie vraagt een afvalverwerkings vergunning en de gemeente een milieuvergunning voor buiten het bouwblok. De tijd is blijkbaar nog niet rijp.

 Windmolen

Een andere grote wens van ons is een windmolen. Niet zo’n kolos, maar een kleintje die net iets hoger is als ons dak. Zo’n molen levert veel meer energie dan de zonnepanelen, die we hebben. Ze draaien immers ‘s nachts ook. Als ik er achter de stal twee neerzet, heeft niemand er last van, maar toch mag het niet van de provincie.

Mestvergisters mogen wel, maar daar zie ik geen toekomst in: ze zetten organische stof om naar o.a. methaan. Terwijl juist die organische stof zo nuttig is. We moeten de kringlopen sluiten en geen roofbouw op de aarde plegen.”

Agnieta: “Verder laten we de koe kiezen. Die staat bij ons centraal. We hebben ons vee jarenlang op stal gehouden, met comfortabele boxen, lekker voer, schaduw als het warm is en warmte bij kou. Dat we niet aan weidegang deden, konden we gemakkelijk aan onze bezoekers uitleggen. We verwennen ze, omdat ze topsport bedrijven. Ze geven gemiddeld 30 liter melk per koe per dag.

Vanwege de weidepremie werd het echter interessant ze toch naar buiten te sturen, bovendien wil de maatschappij het. Het is natuurlijk ook een prachtig gezicht!

Discussie

Eddy: “Wat de discussie rondom natuurinclusieve landbouw betreft, vind ik dat de consument leidend is, maar dan moet die consument daar wel de prijs voor willen betalen. Er wordt teveel naar de boeren gewezen. Nu is de daling in het aantal insecten steeds in het nieuws. Dat komt echt niet alleen van de intensivering van de landbouw. De verstedelijking van Nederland is hier ook debet aan.

In ons weiland ligt 1 km houtwal. Dat is van landschappelijke waarde, maar het kost ons geld. Daarom krijgen wij een vergoeding en in ruil daarvoor passen wij goed op de houtwal. Zo hoort het.

Ik vind alles aan het boerenvak mooi om te doen, maar het meeste geniet ik toch van de cijfers: als die kloppen en we maken winst. Financiële duurzaamheid is cruciaal.”

Agnieta: “Natuurlijk! Maar ik vind het ook zo heerlijk om veel buiten te zijn. En de beesten te zien.”

De serie Koplopers wordt mogelijk gemaakt door: Boerengilde, Burgerinitiatief Kening fan ‘e Greide, BoerenNatuur, Friese Milieu Federatie, Staatsbosbeheer, It Fryske Gea, Landschapsbeheer Friesland, NoorderlandMelk en Natural Livestock Farming.