Natuur, duurzame energie en recreatie troeven voor economie Noorden

11 juni 2013

Natuur, duurzame energie en recreatie troeven voor economie Noorden

Natuur, duurzame energie en recreatie zijn de troeven voor de toekomst van het Noorden. Dat is de mening van de achterban van de Friese Milieu Federatie, Natuur en Milieufederatie Groningen en Natuur en Milieufederatie Drenthe.

Dit blijkt uit de enquête die de natuur  en milieufederaties van het Noorden gehouden hebben. Aan deze enquête namen 386 deelnemers van de Groene Peiler (enquêtepanel van de milieufederaties) deel . De natuur en milieufederaties van het Noorden hebben de enquête gehouden in het kader van de toekomstige economische visie voor het Noorden: Noordervisie 2040.

De meeste panelleden (80 procent) vinden het belangrijk dat er een gezamenlijke ruimtelijk-economische  visie wordt ontwikkeld. Ook is een groot deel geïnteresseerd in een bijeenkomst hierover.
De panelleden vinden het belangrijk dat deze gezamenlijke visie betrekking heeft  op de inrichting van de ruimte (ruim 80%) , op de economie (77%) en het klimaat (75%). In dit verband wordt de krimp van de beroepsbevolking als iets minder belangrijk bestempeld, maar toch vindt nog bijna 65% dit in het kader van de visie belangrijk.

Het overgrote deel van de panelleden (86%) vindt dat de Noordervisie 2040 maximaal moet inzetten op energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Tweederde van de panelleden vindt dat daarvoor ook fysieke ruimte moet worden geboden. Daarbij kan gedacht worden aan locaties voor windenergie.

Nieuwe natuur

Ruim driekwart van de ondervraagden vindt dat Noordervisie 2040 moet inzetten op het uitbreiden van bestaande natuur. Het Noorden moet ontwikkeld worden tot HET gebied in Nederland waar nog echte natuur te vinden is. Nagenoeg eenzelfde percentage panelleden (69%) geeft aan dat hiervoor fysieke ruimte moet worden gecreëerd, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe natuurgebieden. Tweederde van de respondenten vindt dat Noordervisie 2040 veel ruimte moet bieden aan de ontwikkeling van de recreatieve sector om deze tot een nog belangrijker economische drager van Noord-Nederland te maken. Steun voor het bieden van ruimte aan de recreatieve sector leeft in de achterban van alle drie natuur en milieufederaties in het Noorden.

Woningen bouwen voor mensen vanuit het Westen  – dit is een belangrijk thema in het nu geldende  streekplan Fryslân uit 2007 – wordt door 40% als een onbelangrijke maatschappelijke ontwikkeling  gevonden; 16% vindt het wel belangrijk. Ook ruimte bieden aan nieuwe woningen of bedrijventerreinen wordt door maar een kwart van de ondervraagden belangrijk gevonden.  Om het groen zoveel mogelijk te behouden vindt ruim de helft (55%) van de panelleden dat in Fryslân werken en wonen zoveel mogelijk  geconcentreerd moet worden in de stedelijke gebieden. Investeringen om het Noorden voor grote bedrijven met veel werkgelegenheid aantrekkelijk te maken vindt bijna geen steun in de achterban van de natuur en milieufederaties uit het Noorden.

Het achteruitlopen van bewonersaantallen –  in de volksmond krimp genoemd  – wordt door 68% van de ondervraagden een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling gevonden. Investeren in zorgvoorzieningen voor ouderen wordt door driekwart van de panelleden belangrijk gevonden.

Investeren in kennis en onderwijs

Om de economie te stimuleren kiezen  de panelleden in Fryslân vooral voor investeringen in kennis en onderwijs , zoals het stimuleren van toegepaste onderzoekscentra. Maar 30% vindt het belangrijk dat er voldoende ruimte wordt gegeven aan schaalvergroting in de landbouw. Ongeveer de helft vindt dat naast de landbouw ook andere functies zoals wonen, recreatie en bedrijvigheid meer ruimte en mogelijkheden moeten krijgen om het platteland leefbaar te houden. Investeren in infrastructuur scoort erg laag (8,8%).

De resultaten van de Groene Peiler worden door de milieufederaties gebruikt voor hun inbreng in de discussie rond de Noordervisie. In Fryslân zullen de resultaten ook benut worden voor de inbreng van de natuur- en milieuorganisaties m.b.t. de besteding van de NUON-gelden.