

Zoeken
2 februari 2022
De afgelopen jaren hebben overheden samen met maatschappelijke partners, bewoners en belanghebbenden hard gewerkt aan Regionale Energiestrategieën (RES). Daarin geeft iedere regio aan hoeveel (grootschalige) zonne- en windenergie het wil gaan produceren, en waar en hoe dat zorgvuldig ingepast kan worden. De optelsom geeft invulling aan het Klimaatakkoord: 35 TWh hernieuwbare energie op land in 2030. De RES 1.0 die in zomer 2021 werd opgeleverd, benoemt zoekgebieden en randvoorwaarden. Nu dreigt er een kink in de kabel: onze stroomnetten blijken ontoereikend. De Natuur en Milieufederaties, Natuur & Milieu en Milieudefensie maken zich hier grote zorgen over. In deze notitie zetten we op een rij welke risico’s de ‘netcongestie’ heeft voor een voortvarende en verantwoorde energietransitie. En welke ingrepen noodzakelijk zijn om die te vermijden.
De inzet
De mondiale klimaatcrisis is urgent en vraagt om een voortvarende aanpak op vele fronten en in alleregio’s. Ontwrichting van samenlevingen en ecosystemen dreigt, en daarom moeten we alles op alles zetten om de opwarming te beperken tot 1,5 graad. Energiebesparing en ‘no regret’ maatregelen (zoals zon op dak) moeten daarbij de hoogste prioriteit krijgen, maar zijn op zichzelf niet voldoende om onze klimaatimpact op tijd terug te dringen. Ook windturbines en zonnevelden zijn daarom een onmisbaar onderdeel in de mix van klimaatmaatregelen, en moeten zo snel mogelijk worden neergezet. Tegelijk moet de energietransitie ook verantwoord en zorgvuldig gebeuren. Voor onze organisaties betekent dat:
*Natuur- en milieuorganisaties wezen er recent op dat in de RES’en nog onvoldoende rekening wordt gehouden met de belangen van natuur en landschap.
De situatie: netcongestie
Omdat in korte tijd de vraag naar netcapaciteit fors is toegenomen, en het aanbod daarvan niet evenredig is meegegroeid, ontstaat in grote delen van Nederland ‘transportschaarste’. Met als gevolg dat in deze gebieden geen ruimte meer op het elektriciteitsnet is voor nieuwe energieprojecten met een grootverbruikersaansluiting. Neem bijvoorbeeld de provincie Utrecht: op 12 oktober jl. werd hier congestie afgekondigd door TenneT. Sindsdien worden initiatieven van >15kW niet meer in behandeling genomen. (Projecten die zich voor die tijd gemeld hebben, worden nog wel geholpen.) Netverzwaring kost vanwege alle vergunningprocedures en bouwwerkzaamheden veel tijd. Verwachting is dat pas in de periode 2026-2029 stapsgewijs nieuwe netcapaciteit beschikbaar zal komen.
De risico’s en de ingrepen die nu nodig zijn
De netcongestie betekent concreet dat overheden en ontwikkelaars niet meer kunnen uitgaan van de plannen en routekaarten zoals die recent zijn uitgewerkt. Wij zien daarin drie grote risico’s voor de energietransitie. Hieronder lopen we ze langs, en geven we aan wat nodig is om de kink zo snel mogelijk weer uit de kabel te krijgen.
Alle hens aan dek dus, zaak om deze vertraging zoveel als mogelijk te voorkomen. Dat kan via twee sporen die tegelijk bewandeld moeten worden.
Spoor #1: netbeheerders in staat stellen versneld netverzwaringen door te voeren. Zij geven aan behoefte te hebben aan meer financiële steun van het Rijk (ook om extra vreemd vermogen te kunnen aantrekken), en aan geschoold personeel. Ook wordt extra ondersteuning en expertise gevraagd (ook voor lokale overheden) bij de realisatie van netverzwaringen, zodat de afstemming op ruimtelijke planprocessen en de procedures efficiënter kunnen verlopen.
Spoor #2: beter gebruik maken van de huidige netcapaciteit. Bijvoorbeeld door standaard congestiemanagement te gaan toepassen, waarbij grote vragers en aanbieders van stroom worden afgeregeld op piekmomenten. Andere ideeën: het loslaten van de ‘storingsreserve’ zodat reservetransformaten ook benut kunnen worden; systeemintegratie waarbij lokale afstemming van vraag en aanbod centraal staat, onder meer door clusterlocaties van wind en zon te creëren; en verduidelijking van de regels over fysieke vs. contractuele congestie. Dit vraagt in ieder geval om meer experimenteerruimte voor netbeheerders om proactief te kunnen handelen en om een actievere stimulering van energie-opslagtechnieken, bijvoorbeeld via de SDE++ regeling.
Hoe voorkomen we de afbreuk van enthousiasme en draagvlak? Door zo snel mogelijk een nieuw perspectief te ontwikkelen om toch vooruit te kunnen. Het is belangrijk dat het Rijk samen met o.a. netbeheerders, ontwikkelaars en lokale overheden een routekaart en actieprogramma uitwerkt – maar óók een communicatieplan voor een heldere en begrijpelijke informatievoorziening naar burgers en politici. Daarin graag ook aandacht voor de ruimtelijke impact van de netverzwaring zelf
Kortom
De situatie rond netcongestie in Nederland is urgent en vraagt dringend om meer aandacht en actie vanuit het Rijk. Een vooruitziende blik, investeringen in de toekomst én een stevige regie van overheden nationaal en regionaal zijn daarbij essentiële ingrediënten. De komende tijd zal gezocht moeten worden naar slimme, innovatieve netoplossingen en geleidelijk meer netcapaciteit beschikbaar komen. Juist in die fase is ook zorgvuldigheid troef: kies voor een integrale benadering waarin de belangen van natuur, landschap en omwonenden niet ondersneeuwen.