Veenweiden laten massaal hun CO2 los, en dus ligt daar een grote kans voor het klimaat. Maar wordt die wel gegrepen?

31 juli 2018

Veenweiden laten massaal hun CO2 los, en dus ligt daar een grote kans voor het klimaat. Maar wordt die wel gegrepen?

Het verhogen van de grondwaterstand in veenweidegebieden is een goedkope methode om CO2-uitstoot te reduceren. Maar waarom krijgt een groepje veenvoorvechters dan nauwelijks gehoor in Den Haag?

Artikel en foto: 

Vanuit zijn brede stelpboerderij in het Friese Aldeboarn ziet Marten Dijkstra (36) zijn land langzaam wegzakken. Ruim 200 jaar werken de Dijkstra’s op het veenweidegebied tussen Heerenveen en Leeuwarden, maar als het inklinken met een dikke centimeter per jaar zo doorgaat, komt daar nog ergens deze eeuw een einde aan. De oorzaak: het veen verdroogt.

Met de hitte van de afgelopen weken heeft het weinig te maken. De zogeheten oxidatie is al decennia aan de gang, doordat de waterstand met name in Friese veengebieden extreem laag wordt gehouden. Vinden veel boeren fijn: zakken de zware machines niet weg in de zompige grond, houden de koeien droge poten en is de grasopbrengst hoger. Dijkstra wil laten zien dat het ook anders kan en is met schotten in de weer om het water in de sloten op zijn 15 hectare weidevogelgebied op 40 centimeter onder het maaiveld te houden, waar het Friese Waterschap het grondwaterpeil geregeld afstelt op min 90 centimeter of lager.

Dijkstra maakt zich zorgen. Om de grutto, de nationale vogel die het van drassig land moet hebben, maar ook om het klimaat. Met de oxidatie ‘verbrandt’ het veen en komt de koolstof vrij die de bodem uit plantenresten in de moerastijd heeft opgeslagen. Het probleem is het grootst in Friesland, maar ook in het Groene Hart en andere delen van Nederland vindt verdroging plaats. Jaarlijks gaat het om bijna 7 megaton CO2 die vrijkomt, evenveel als bijna een miljoen huishoudens en het dubbele van wat de Nederlandse bossen in een jaar aan CO2 opslaan.

Klimaatakkoord

Het veenprobleem is bekend bij de onderhandelaars van het Klimaatakkoord, dat er eind dit jaar moet zijn. Tot 2030 zijn zij, blijkt uit de plannen op hoofdlijnen, bereid geld te steken in het jaarlijks in de veengrond houden van 1 van die 7 megatonnen CO2. Hier wordt een gigantische kans gemist, vindt oud-milieuminister Pieter Winsemius, die op bezoek bij ‘voorbeeldboer’ Dijkstra de bevestiging ziet van zijn overtuigingen. Winsemius (76) maakt zich onbezoldigd kwaad over de veengronden in de provincie van zijn voorouders en heeft met directeuren Henk de Vries van It Fryske Gea en Hans van der Werf van de Friese Milieufederatie een ‘aanvalsplan veenweide’ opgesteld.

Hun boodschap: het is één van de goedkoopste opties in de CO2-tonnenjacht. ‘De industriële grootverbruikers willen 1 miljard euro subsidie per jaar’, zeggen de drie aan de rand van een goedgevulde sloot van Dijkstra. ‘Dit bedrag is voor ons genoeg om de komende decennia jaarlijks twee megaton CO2 in de grond te houden op de helft van al het veengebied in Nederland.’ Dit voorstel is een verdubbeling van de huidige ambitie voor het veen in het Klimaatakkoord op hoofdlijnen en staat gelijk aan zo’n 4 procent van de totale Nederlandse klimaatopdracht voor 2030 (48,7 megaton CO2 reduceren).

Realistisch

Het onafhankelijk Centrum voor Landbouw en Milieu, dat het plan doorrekende voor de drie, vindt hun aanvalsplan veenweide realistisch. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat momenteel rekent aan de in juli gepresenteerde hoofdlijnen van het klimaatdoelen, is behoudender. Maar twee PBL-onderzoekers bevestigen dat het verhogen van het grondwaterpeil en onderwaterdrainage in veenweidegebieden inderdaad goedkope opties zijn om de CO2-uitstoot terug te dringen.

En dus was de boodschap van Winsemius, De Vries en Van der Werf aan de klimaatonderhandelaars: steek minder geld in die ingewikkelde oplossingen voor CO2-opslag bij fabrieken en elektriciteitscentrales. En laat die sectoren betalen voor de CO2 die veenboeren als Dijkstra in de grond laten zitten. Van dat geld kunnen boeren worden gecompenseerd − ‘met een extra financiële kop erop’ − voor het productieverlies dat gegarandeerd gepaard gaat met hoger water. Wat helemaal niet erg is, zeggen zij, omdat lagere productie ook zorgt voor de door velen gewenste extensivering van de landbouw.

Gouden kans

Daarmee zijn de veenweiden niet alleen een gouden kans voor het klimaat, benadrukken de drie heren, maar ook voor meer biodiversiteit, weidevogels en een omslag naar een economisch duurzame veehouderij. Winsemius hoopt niet alleen op een uitnodiging van Klimaatminister Wiebes, maar vooral ook van Landbouwminister Carola Schouten, die na de zomer met haar landbouwvisie komt.

Maar tot nog toe krijgen ze, ook met voorman Winsemius erbij en Van der Werf die mag aanschuiven in de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord, beperkt gehoor in Den Haag. ‘Ze hebben om onbegrijpelijke reden besloten heel lief te zijn voor de landbouw’, zegt Winsemius, die net als Klimaatminister Eric Wiebes werkte voor het prestigieuze adviesbureau McKinsey. ‘Ons plan wordt als te ambitieus bestempeld. In hemelsnaam, waarom zo behoudend?’ Terwijl Wiebes volgens Winsemius, dankzij hun gedeelde oud-werkgever, zijn denkrichting en verdienmodel heel goed moet kunnen volgen.

Ambitie

Pieter van Geel, die voor het Klimaatakkoord namens Wiebes verantwoordelijk is voor landbouw en landgebruik, vindt niet dat het ontbreekt aan ambitie voor veenweiden aan zijn klimaattafel. ‘Ik ken Winsemius goed, hij is ongeduldig. Altijd geweest’, zegt Van Geel lachend. ‘En daar prijs ik hem zeer voor. Ik ben het met hem eens dat de veengebieden zeer kansrijk zijn, maar in de praktijk is het ook weerbarstig. Het is aan mij ervoor te waken dat het goed gebeurt, door in verschillende veengebieden proefprojecten te starten, zoals onze bedoeling is. En het is helemaal niet uitgesloten dat die ambitie van 1 megaton de komende jaren dan nog verder omhoog gaat.’

De drie voorvechters van het veen zijn hoe dan ook blij dat door het klimaat nu eindelijk structureel geld vrij wordt gemaakt voor de veengebieden, iets wat de grutto nooit lukte. ‘Het moet ambitieuzer’, zeggen ze, ‘maar het scheelt al dat boeren die het goed willen doen minder afhankelijk worden van de welwillendheid van organisaties als de Vogelbescherming of de lokale overheden.’

Boer Dijkstra weet uit zijn regionale strijd hoe lastig dit is. Lange tijd kreeg hij met moeite de rayonbeheerder van het Waterschap aan de lijn om meer water zijn kant op te krijgen. Want met de 40 centimeter onder het maaiveld is hij op de goede weg, maar voor de weidevogels, het klimaat en tegen het verzakken mag het water nog verder omhoog.

Veel van Dijkstra’s collega’s zijn nog niet zo ver. ‘Die denken nog ouderwets: op moeras kun je niet boeren, dus houd die waterstand maar laag’, zegt de jonge boer. ‘Ik zeg: geef mij meer verantwoordelijkheid over de waterstand en ik laat zien dat het wel kan.’

Bron: Artikel en foto: