Opiniestuk: Ontbrekend beleid voor natuurvriendelijk na-isoleren van woningen bedreigt kwetsbare natuur in Fryslân 

18 september 2023

Opiniestuk: Ontbrekend beleid voor natuurvriendelijk na-isoleren van woningen bedreigt kwetsbare natuur in Fryslân

Het natuurvriendelijk isoleren van woningen is een cruciale stap in de energietransitie. Het wettelijk kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb) speelt een essentiële rol bij isolatieprojecten. Daarin staat dat beschermde soorten zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen beschermd dienen te worden tegen opzettelijke verstoring en schade die kan ontstaan door huizen te isoleren. De uitspraak van Raad van State, gepubliceerd op 2 augustus 2023, onderstreept dat woningeigenaren eerst voldoende ecologisch onderzoek moeten laten uitvoeren en beschermde maatregelen moeten nemen voordat zij hun spouwmuur mogen isoleren. 

Dit betekent dat voorafgaande aan de isolatiewerkzaamheden aan woningen onderstaande stappen moeten worden doorlopen door de huiseigenaar: 

  • Quickscan: Een deskundige voert een quickscan uit om de aanwezigheid van beschermde diersoorten te bepalen. Afhankelijk van de uitkomst kan verder onderzoek noodzakelijk zijn. 
  • Ecologisch onderzoek: Indien vereist, volgt uitgebreider onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde diersoorten. 
  • Ontheffing aanvragen: Als beschermde diersoorten worden aangetroffen, moet bij de provincie Fryslân ontheffing worden aangevraagd volgens de Wnb. Pas na goedkeuring van de aanvraag mag de isolatie plaatsvinden. 

Vanwege deze stappen kunnen isolatieprojecten maanden vertraging oplopen en kunnen de kosten, afhankelijk van de uitkomst, duizenden euro’s per huishouden bedragen. Deze obstakels werpen een schaduw over de bredere energietransitie en leiden tot ongewenste vertraging. Grote kans dat dit veel huiseigenaren ontmoedigt om ‘volgens de regels’ te isoleren en dat is een gemiste kans.

Een oplossing voor dit probleem ligt binnen handbereik. De overheid streeft naar de landelijke implementatie van soortenmanagementplannen (SMP’s) om particulieren te ondersteunen bij natuurvriendelijke isolatie en de energietransitie te bevorderen. Met een soortenmanagementplan (SMP) maakt een gemeente op basis van uitgebreid ecologisch onderzoek een biodiversiteitplan voor de gehele gemeente. Zo’n plan voorziet niet alleen in de wettelijke bescherming van kwetsbare dieren, maar creëert ook een ‘plus’ voor duurzame bescherming van deze populaties. Met een SMP kan een gemeente een gebiedsgerichte ontheffing aanvragen bij de provincie.

Hoewel het opstellen van een SMP 1 tot 2 jaar in beslag kan nemen, biedt het een duurzame oplossing op de lange termijn. Gedurende de overgangsfase waarin we ons nu bevinden, kunnen gemeenten als tijdelijke maatregel pre-soortenmanagementplannen (pre-SMP’s) opstellen. Met deze aanpak kunnen gemeenten gebiedsgerichte ontheffingen aanvragen bij de provincie, specifiek gericht op particuliere verduurzaming van woningen. Voorwaarden zoals ecologisch onderzoek op gebiedsniveau en het nemen van preventieve maatregelen worden gesteld om de belangen van zowel de natuur als de bewoners in evenwicht te houden. Zodra (pre)SMP’s van kracht zijn is het niet langer nodig dat particulieren individueel ecologisch onderzoek uitvoeren.

Op dit moment hebben Friese gemeenten nog geen (pre)SMP’s opgesteld, wel heeft het onderwerp de aandacht en lopen er enkele pilot studies. In andere provincies, zoals de Provincie Utrecht zijn al wel (pre)SMP’s van kracht. Dit heeft als consequentie dat Friese woningbezitters die hun huis willen isoleren zelf kostbaar onderzoek moeten laten uitvoeren en een ontheffing moeten aanvragen als er beschermde diersoorten worden aangetroffen, terwijl dit voor de meeste bewoners in provincie Utrecht niet geldt.

De Friese Milieu Federatie (FMF) roept de Friese gemeenten en Provincie Fryslân op vaart te zetten bij de implementatie (pre)SMP’s. Dit is goed voor de natuur en versnelt het duurzaam isoleren van woningen. Door gezamenlijke inspanningen van isolatiebedrijven, gemeenten, provincie en huiseigenaren kan worden gewaarborgd dat beschermde diersoorten niet worden geschaad tijdens isolatiewerkzaamheden, terwijl tegelijkertijd de voortgang van de energietransitie niet wordt verstoord.  

 
Hans van der Werf,
Doutsje Aukes

*Dit opiniestuk is onlangs ook geplaatst in de Leeuwarder Courant.